Voldoende schoon drinkwater voor nu en later
De provincies en drinkwaterbedrijven hebben samen een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om het veiligstellen van de drinkwatervoorziening in Nederland, nu én in de toekomst. Vanuit hun zorgplicht staan provincies aan de lat voor het beschikbaar stellen van voldoende drinkwaterbronnen en de bescherming van die bronnen. De drinkwaterbedrijven zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de infrastructuur voor de productie en levering van drinkwater. Vanuit hun gezamenlijke verantwoordelijkheid en visie op de lange termijn hebben de provincies en drinkwaterbedrijven in nauwe samenwerking het proces verkenning robuuste drinkwatervoorziening doorlopen.
In deze verkenning drinkwatervoorziening hebben provincies en drinkwaterbedrijven samen regionale strategieën opgesteld voor een robuuste drinkwatervoorziening, inclusief de aanwijzing van aanvullende strategische voorraden om ook in de toekomst aan de (toenemende) vraag naar drinkwater te kunnen voldoen. Het doel van deze verkenning is om voorbereid te zijn op een grotere watervraag, naar aanleiding van landelijke groeiscenario's en uitgaand van ontwikkelingen op klimaatgebied. Tevens is gestart met de actualisatie van het beschermingsbeleid: er zijn bouwstenen ontwikkeld die de provincies gaan implementeren.
De opgave is actueel en urgent. De afgelopen jaren, onder andere met warme zomers, heeft de drinkwatervraag zich ontwikkeld volgens het extreme groeiscenario (GE-scenario). Op een aantal plekken in Nederland was het spannend voor de drinkwatervoorziening. De kwaliteit van het water staat bovendien onder druk, in meer dan de helft van de winningen vormt de waterkwaliteit een probleem. Door de toenemende droge periodes zijn de grenzen van het watersysteem bereikt. En tenslotte vraagt de drukte in de ondergrond, en met name het gebruik daarvan voor de energietransitie, een duidelijke voorkantsturing om de verschillende maatschappelijke opgaven te realiseren.
Drinkwater in Nederland (bron: Vewin, Kerngegevens drinkwater 2020)
-
Totale productie: 1,2 miljard m3 drinkwater per jaar
-
Aantal aansluitingen: 8,3 miljoen
-
Verbruik per persoon per dag: 119 liter
-
Levering aan huishoudens: 818 miljoen m3 drinkwater per jaar
-
Levering aan zakelijke markt: 309 miljoen m3 drinkwater per jaar
Drinkwaterstrategieën
Elke provincie heeft samen met de drinkwaterbedrijven een adaptieve strategie vormgegeven hoe te voldoen aan de groei in drinkwatervraag. Groningen en Drenthe hebben hierbij samengewerkt, net als Noord-Brabant en Zeeland. De horizon van deze strategieën is 2040, 2050 of verder (bijv. 2100). In de adaptieve strategieën zijn verschillende paden uitgewerkt waaronder het aanwijzen en inzetten van aanvullende strategische voorraden (ASV), (drink)waterbesparing, het gebruik van alternatieve bronnen, beschermingsbeleid en monitoring van de drinkwatervraag. Deze strategieën zijn veelal in samenspraak met omgevingspartijen en andere betrokkenen tot stand gekomen. Een robuuste drinkwatervoorziening kan alleen bestaan in een robuust watersysteem.
De strategieën bestaan uit een mix van de bovengenoemde elementen. Alle provincies behalve Zeeland hebben ASV-gebieden aangewezen of zijn daarmee bezig. Het landelijk beeld laat verder zien dat ingezet wordt op waterbesparing, ook door vermindering van laagwaardig gebruik, bijvoorbeeld door industrie te laten aansluiten op andere bronnen. Daarnaast zijn er plannen om bestaande winningen uit te breiden waar mogelijk of gebruik te maken van voorraden die gereed zijn om ingezet te worden. Voor de wat langere termijn kijken provincies en waterbedrijven naar nieuwe winningen en ook naar alternatieve bronnen, zoals bijvoorbeeld brak grondwater.
Aanvullende strategische voorraden
In alle provincies behalve in Zeeland zijn ASV-gebieden gezocht. In een aantal provincies zijn deze gebieden al aangewezen en vastgesteld; in een aantal andere provincies zijn deze gebieden nog niet vastgesteld en aangeduid als ASV-zoekgebied. ASV-gebieden zijn grond- of oppervlaktewatervoorraden welke aangewezen zijn om te gebruiken (direct of in de toekomst) voor de drinkwatervoorziening. Deze gebieden zijn zorgvuldig gekozen in omgevingstrajecten (zoals ook bij een ‘reguliere’ waterwinlocatie voor de drinkwatervoorziening het geval zou zijn). Met behulp van deze aanvullende strategische voorraden – in combinatie met andere maatregelen – zou in 2040 aan de zorgplicht voor de levering van voldoende drinkwater van voldoende kwaliteit kunnen worden voldaan, ook bij een extreme groei van de drinkwatervraag.
Beschermen om te blijven
Omdat het niet eenvoudig is om grondwaterwinningen te verplaatsen, is het grondwaterbeschermingsbeleid gericht op ‘beschermen om te blijven’. Hiertoe dient het beschermingsbeleid ingericht te zijn op het beheersen van de risico’s van toenemende activiteiten. Ook moet flexibel kunnen worden ingespeeld op actuele en toekomstige ontwikkelingen, zonder de lange termijnambities en doelen van het beschermingsbeleid uit het oog te verliezen. Voor de herijking van het grondwaterbeschermingsbeleid is een ‘toolkit’ beschikbaar, met voorstellen die provincies meenemen bij de actualisatie van het provinciaal beleid.
De gewenste bescherming van een ASV-gebied hangt af van verschillende factoren. De mate van bescherming hangt samen met het wel of niet toestaan van andere activiteiten in het gebied, vooral op mijnbouw- en energievlak. In de meeste provincies geldt, net als in de beschermingsgebieden van bestaande grondwaterwinningen, uitsluiting van geothermie ook voor de ASV-gebieden.
Ook de kwaliteit van het oppervlaktewater dat dient als bron voor drinkwater staat onder druk door opkomende stoffen, klimaatverandering, enzovoort. Vanuit de drinkwaterbedrijven en provincies bestaat de wens om ook de bescherming van oppervlaktewater als bron voor de drinkwatervoorziening aan te scherpen. Dat vraagt samenwerking met de oppervlaktewaterbeheerders.
Implementatie en verankering
Besluitvorming over de regionale drinkwaterstrategie vindt plaats op provinciaal niveau. De aanwijzing van nieuwe ASV-gebieden wordt vastgelegd in de Provinciale Omgevingsvisie en/of de Provinciale Omgevingsverordening, in aansluiting bij de lopende processen in het kader van de Omgevingswet. De herijking van het grondbeschermingsbeleid wordt ook verwerkt in de Provinciale Omgevingsverordeningen. De drinkwaterbedrijven leggen de regionale drinkwaterstrategie veelal vast in hun langetermijnvisie en werken onderdelen uit in concrete programma’s of projecten.
Op nationaal niveau vindt verankering plaats in de Beleidsnota Drinkwater. Maar ook het Deltaprogramma Zoetwater, en het Programma Bodem en Ondergrond (opvolger van STRONG) van de Nationale Omgevingsvisie bieden mogelijkheden om de resultaten te verankeren. Provincies en drinkwaterbedrijven vragen het Rijk om doelen en ruimte voor waterbesparing, meer aandacht voor waterkwaliteit (in het bijzonder voor bescherming van oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor drinkwater en de bronaanpak van antropogene stoffen) en het opnemen van ASV en NGR in het Programma Bodem en Ondergrond en andere relevante beleidsnota’s in verband met de voorkantsturing met de energietransitie.
Belangenafweging en afstemming
De strategieën en ASV-gebieden waar de provincies en drinkwaterbedrijven aan hebben gewerkt, zijn zo veel mogelijk tot stand gekomen in afstemming met andere relevante partijen. Bij het aanwijzen van ASV-gebieden is uitvoerig gekeken naar een goede inpassing in de omgeving (ruimtelijke ordening, watersysteem, ondergrond, huidige landgebruikers). Ook is afstemming gezocht met de energie- en mijnbouwsector met oog op de beperkte ruimte in de ondergrond.
Beleidsmatige verankering in de provincie van de strategieën, ASV-gebieden en beschermingsbeleid geschiedt volgens de gangbare procedures, wat betekent dat er ruimte is voor afstemming en inspraak.
Van strategie naar werkelijkheid
Landelijk liggen de contouren er om het GE-scenario te kunnen accommoderen: uit de strategieën blijkt dat het in theorie mogelijk is om aan de watervraag te voldoen met adequate bescherming van de bronnen voor drinkwater. Om dit ook in de praktijk te kunnen verwezenlijken, is het nodig dat op de korte termijn concrete acties ondernomen worden. Dit betekent bijvoorbeeld: belangenafwegingen formaliseren; het starten van gebiedskeuze voor winningen, afhankelijk van de groei in vraag; gebiedsprocessen optuigen en maatregelen in de praktijk brengen. Er is werk aan de winkel om de strategieën tijdig vertaald te hebben in nieuwe winningen, adaptieve maatregelen of alternatieve bronnen.
Hiervoor is goede monitoring van de watervraag cruciaal. Ook is goede afstemming met de fysieke leefomgeving, andere gebruikers van het watersysteem en van de ondergrond cruciaal om de verschillende transities op elkaar af te stemmen.