Nationale verankering
Naast implementatie van de strategie, doelen en ASV in regionaal beleid moet het ook op nationaal niveau landen in alle relevante beleidsstukken.
Het robuust maken van de drinkwatervoorziening is een grote en complexe opgave. De complexiteit zit vooral in de afstemming met de transities in de ruimtelijke inrichting, de watertransitie en de grote claim op de ondergrond voor de warmte/energietransitie. Het is gewenst dat de realisatie van de drinkwaterstrategie een onderdeel is van het uitvoeringsprogramma van de Beleidsnota Drinkwater en het programma Bodem en Ondergrond. Wij vragen het Rijk om dit ook als prominent onderdeel mee te nemen in bestuurlijke afspraken in een Nationaal Waterakkoord tussen Rijk en regionale partners.
-
In de Beleidsnota Drinkwater beschrijft het Rijk als systeemverantwoordelijke voor de drinkwatervoorziening de lange termijn ambitie voor de drinkwatervoorziening, de opgaven voor de komende zes jaar (2021-2027) en de hoofdkeuzes voor het drinkwaterbeleid. Vanuit de systeemverantwoordelijkheid van het Rijk is het belangrijk dat in de beleidsnota goed is vastgelegd hoe de drinkwatervoorziening in het extreme deltascenario geborgd is. Daarom is het belangrijk de resultaten en monitoring in het uitvoeringsprogramma op te nemen. Het Rijk maakt als systeemverantwoordelijke afspraken over de monitoring en tijdige realisatie in het uitvoeringsprogramma van de nota, en neemt dit op in de implementatie- en uitvoeringsagenda van de nota.
-
In de Structuurvisie Ondergrond (wordt: Programma Bodem en Ondergrond) staat het landelijk beleid voor activiteiten in de diepe ondergrond, met centraal de drinkwatervoorziening en mijnbouw. Hierin is het principe van voorkantsturing tussen de energieopgave (aardwarmte, synoniem voor geothermie) en het drinkwaterbelang opgenomen. Deze visie is voor het Rijk (het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, EZK) bindend voor het verlenen van mijnbouwvergunningen waaronder die voor aardwarmte: daarom is het belangrijk dat de ASV en het beschermingsbeleid van ASV daarin verankerd worden. Zo worden de ASV gevrijwaard van mijnbouwactiviteiten wanneer EZK een vergunning verleent in het kader van de Mijnbouwwet.
-
Het Deltaprogramma Zoetwater stimuleert provincies en gemeenten om in hun Omgevingsvisies zichtbaar te maken hoe ze de beschikbaarheid van water en het beheer van het grondwater koppelen aan ruimtelijke afwegingen. De drinkwatervoorziening vindt hierin een plek als onderdeel van de totale doelstelling om de zoetwatervoorraad robuuster te maken voor klimaatverandering. In het Deltaplan Zoetwater staan de maatregelen, in 2021 vindt besluitvorming plaats over de maatregelen voor de tweede fase.
-
In de Nationale Omgevingsvisie is drinkwater opgenomen als nationaal belang. Deze duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening moet concreet doorwerken in keuzes in de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies en -plannen, en de waterprogramma’s. Het Programma Bodem en Ondergrond onder de Nationale Omgevingsvisie heeft als doel het duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem, ondergrond en grondwater te bevorderen. Daarbij wordt gestreefd naar evenwicht tussen benutten en beschermen. Binnen dit programma wordt uitvoering geven aan de acties uit de Structuurvisie Ondergrond geagendeerd.
Bij een Nationaal Waterakkoord denken wij aan afspraken over de volgende onderwerpen:
-
Een klimaatrobuust watersysteem via een watertransitie en actief grondwaterbeheer gericht op water vasthouden en het ontwikkelen van klimaatrobuuste winningen om de kwetsbare gebieden te ontlasten. Deze afspraken dienen de (zoet)waterbeschikbaarheid voor de drinkwatervoorziening te garanderen. Dit kan via het Deltaprogramma Zoetwater.
-
Een adequaat beschermingsbeleid en landelijke aanpak waterkwaliteit. Deze dienen een goede waterkwaliteit van de bestaande en toekomstige winningen te garanderen. Dit kan via de Delta-aanpak Waterkwaliteit en de kennisimpuls waterkwaliteit.
-
Water als leidend principe in de ruimtelijke inrichting en het respecteren van de grondwaterbeschermingsgebieden en ASV-gebieden. Dit kan via (een update van) de Nationale Omgevingsvisie.
-
Drinkwaterbesparing en passend gebruik via o.a. de implementatie- en uitvoeringsagenda van de Beleidsnota Drinkwater.
-
Het vrijwaren van de door provincies vastgestelde begrenzingen van de ASV-gebieden (met het oog op hun functie op de toekomstige drinkwatervoorziening) voor alle (vergunbare) mijnbouwactiviteiten op grond van de Mijnbouwwet. Dit kan via het Programma Bodem en Ondergrond en andere relevante beleidsdocumenten.
Rijksbeleid is ook relevant voor de inzet van financiële instrumenten. Dit betreft belasting en financieringsmogelijkheden. Het Rijk kan de prijs van drinkwater verhogen door de belasting te verhogen. Daarnaast kan het Rijk de regels aanpassen voor de financiering van bestedingen van drinkwaterbedrijven. Daardoor kunnen meer mogelijkheden benut worden voor bijvoorbeeld ontwikkeling van hergebruik. Ook kan bijvoorbeeld regelgeving rondom grijs water in woningen landelijk bepaald worden.
Aandacht voor waterkwaliteit
In de nationale verankering van de drinkwaterstrategie is ook waterkwaliteit een aandachtspunt, zowel de kwaliteit van het grondwater als die van oppervlaktewater. De Beleidsnota Drinkwater besteedt hier de nodige aandacht aan: “Het beleid om de kwaliteit van drinkwaterbronnen te borgen gaat uit van het adagium ‘beschermen om te blijven’ en richt zich in deze beleidsperiode op:
-
Het verbeteren van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater;
-
De Kennisimpuls Waterkwaliteit;
-
Internationale samenwerking;
-
De aanpak van (historische) bodemverontreiniging;
-
Winningen buiten beheer van drinkwaterbedrijven.
De Kaderrichtlijn Water geeft richting aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Doel is voldoende chemisch schoon en ecologisch gezond water voor duurzaam gebruik. In navolging van de Delta-aanpak Waterkwaliteit (2016-2020) werken het Rijk, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies, gemeenten, kennisinstituten, natuur-, zorg- en landbouworganisaties en de industrie samen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Hierbij ligt de focus op het beperken en tegengaan van nutriënten (nitraat en fosfaat in mest), gewasbeschermingsmiddelen, opkomende stoffen en medicijnresten in het grond- en oppervlaktewater. De bevoegde gezagen nemen ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid maatregelen die bijdragen aan een goede chemische en/of microbiologische kwaliteit van drinkwaterbronnen. Preventie en het aanpakken van verontreinigingen daar waar ze ontstaan (bronaanpak) vormen hierbij het uitgangspunt.
Grondwater – Kennisimpuls Waterkwaliteit Door antropogene activiteiten wordt het schone, traag stromende grondwater in Nederland tot steeds grotere diepten verontreinigd met veel verschillende stoffen. Deze 'vergrijzing' is een urgent probleem, vooral met het oog op de drinkwatervoorziening. Het Kennisimpuls Waterkwaliteit (KIWK) project "Grondwaterkwaliteit: grip op de langetermijneffecten van antropogene activiteiten op de grondwaterkwaliteit", richt zich op de lange termijneffecten van menselijke ingrepen op de grondwaterkwaliteit. Het project richt zich met name op de volgende drie aspecten:
Voor deze aspecten wordt met gebundelde kennis van de instituten Deltares, TNO, RIVM, KWR en de WUR onderzocht 1) of de kwaliteit van het grondwater op de lange termijn voldoet om grondwaterafhankelijke functies te kunnen vervullen, en 2) welke handelingsperspectieven geboden kunnen worden om grondwatervoorraden op de lange termijn voldoende tegen verontreiniging te beschermen. Door de kennisinstituten zijn inmiddels Deltafacts opgesteld over opkomende stoffen, vergrijzing en bodemenergiesystemen, geothermie. De Deltafact actieve infiltratie (en effecten daarvan op grondwaterkwaliteit) is te vinden via kiwk.nl. |
Oppervlaktewater – Grensoverschrijdende stroomgebieden Het water in onze oppervlaktewateren bestaat voor een groot deel uit water dat via Europese rivieren (de Rijn, Maas, Schelde, de Eems; en ook de Vecht, Berkel, Niers, Roer, Geul en de Jeker) wordt aangevoerd uit bovenstroomse landen. Het is daarom van belang om samen te werken met deze landen. Voor de kwaliteit van de oppervlaktewateren zijn de Kaderrichtlijn Water en de ‘Zero Pollution Ambition’ van de Europese Commissie leidend. In de internationale riviercommissies werkt Nederland samen met de bovenstroomse waterbeheerders. Zowel in de Internationale commissie ter bescherming van de Rijn (ICBR) als in de Internationale Maas Commissie (IMC) is er naast waterkwaliteit en hoogwater inmiddels aandacht voor watertekorten. Hierbij gaat het onder meer om mogelijke problemen bij drinkwaterinnamepunten als gevolg van langduriger en extremer laagwater of plotse overstromingen na een droogte. Om hun expertise in te brengen zitten ook de oppervlaktewater-drinkwaterbedrijven (verenigd in RIWA-Rijn en RIWA-Maas) bij de Internationale Rijn en Internationale Maas Commissie aan tafel. |