Voldoen aan de vraag

Niet iedere regio voorziet een groei van 30% (het gemiddelde voor Nederland volgens het GE-scenario). Een aantal provincies houdt rekening met een ander groeipercentage, bijvoorbeeld door een geringe verwachte bevolkingsgroei (regionale uitwerking GE-scenario). Al deze percentages zijn conform het GE-scenario. In deze groei zijn knikpunten gedefinieerd: punten waarop nieuwe bronnen beschikbaar moeten zijn vanwege een bepaalde gemeten toename in vraag. Voor sommige provincies ligt het eerste knikpunt al in de nabije toekomst: dit geldt bijvoorbeeld voor Overijssel, Gelderland of het drinkwaterbedrijf Oasen in Zuid-Holland. Andere provincies, zoals bijvoorbeeld Limburg en Zuid-Holland, hebben vooralsnog water genoeg (kwantitatief) om aan de vraag te voldoen, maar voorzien mogelijk problemen op kwalitatief vlak (denk aan opkomende stoffen, verzilting, etc.). Dit kan weer invloed hebben op de kwantiteit: bijvoorbeeld voor Fryslân is dit aanleiding om extra ASV-ruimte te reserveren.

Limburg – Limburg verwacht geen enorme bevolkingsgroei en kan het maximale groeiscenario voor de provincie met de huidige ruimte in 2050 wel opvangen. Knelpunten in de drinkwatervoorziening hebben vooral te maken met druk op kwaliteit en kwantiteit van bestaande bronnen.

Zuid-Holland – Het totaalplaatje voor de provincie laat zien dat er genoeg water is om aan het GE-scenario te voldoen. Bij Oasen ontstaat wel een tekort en is aanvullende productiecapaciteit benodigd. Het benodigde tekort kan naar verwachting vanuit de ASV-gebieden worden geleverd.

Elke regio heeft een drinkwaterstrategie opgesteld en wijst waar nodig aanvullende strategische voorraden aan om aan de opgave te voldoen. Het landelijke beeld is dat Nederland lijkt te kunnen voldoen aan het GE-scenario, al wordt het in een aantal provincies krap. Op sommige plekken ontstaan nu al tekorten terwijl de vraag zich op dit moment ontwikkelt conform GE-scenario. Voor de lange termijn zouden overal voldoende bronnen (ook nieuwe) beschikbaar moeten zijn om te voldoen aan de vraag. Daarbij kunnen alternatieve bronnen, zoals oppervlaktewater in regio’s die nu alleen grondwater als bron gebruiken, nodig zijn.

Om in 2040 daadwerkelijk te kunnen voldoen aan de drinkwatervraag is nog veel werk aan de winkel, zoals een nadere uitwerking van de strategieën, beleidsmatige verankering van ASV-gebieden, actualisatie van het beschermingsbeleid, en het realiseren van extra capaciteit in termen van vergunningen en productie.